De stof van draagdoeken wordt geweven. Hiervoor kunnen verschillende materialen worden gebruikt. Daarbij kunnen ze ook bestaan uit combinaties van één of meerdere materialen. Bij mixdoeken kan de procentuele verdeling ook nog eens varieren.
Door deze variaties verschillen de eigenschappen per doek. Hieronder lees je meer over de mogelijkheden en welke voor- en nadelen deze over het algemeen hebben. Dit zijn de meest voorkomende materialen, maar ook binnen elke soort is er verschil, bijvoorbeeld door de gebruikte weeftechniek, of de oorsprong, zoals merinowol of alpacawol. Om het overzichtelijk te houden, gaan we niet in op alle verschillen daartussen. Die verschillen zijn ook kleiner dan tussen de verschillende materialen.
Vingerhaken

katoen:

  • kan goed tegen wassen,
  • is relatief goedkoop,
  • kan heel zacht worden door gebruik.

linnen:

  • van wassen wordt deze stof stugger,
  • heeft aandacht nodig om zacht te worden.

bamboe:

  • uit de doos al babyzacht.

zijde:

  • zacht uit de doos,
  • glad en daardoor glijdt de stof soms, wat het knopen lastiger maakt,
  • vingerhaken wordt niet aangeraden (dus niet zoals op de foto).

wol:

  • is goed warmte-regulerend en daardoor prettig bij warm en koud weer,
  • kan niet goed tegen wassen, gaat hierdoor vervilten,
  • moet plat liggend gedroogd worden,
  • vingerhaken wordt niet aan geraden (dus niet zoals op de foto),

hennep:

  • afhankelijk van de dikte kan dit een heerlijke zomerdoek zijn, of juist een warme winterdoek,
  • meer werk nodig om zacht te worden,
  • na het wassen vaak weer stugger.

Bewaren